De smaak van chocolade



In dit artikel getiteld "De mens kennen door het brein te kennen is een illusie" is het volgende citaat van filosoof Markus Gabriel te vinden.
‘We kunnen in de hersenen processen waarnemen; bepaalde delen lichten bijvoorbeeld op als we chocolade eten. Maar waar is de smaak van chocolade? Niet ín de hersenen: ik zou niet weten hoe die smaken. Ja, sommige volkeren eten hersenen, maar ze smaken zeker niet naar chocolade!’
Dat is juist maar ik geloof niet dat mensen als Dick Swaab dat suggereren als ze menen dat de geest louter een manifestatie van een fysiek proces is.

"Ik ben mijn brein" is een pakkende boektitel maar ons sensomotorisch systeem is hier ook van cruciale betekenis.

 De wijze waarop de smaak van chocolade ontstaat is te vergelijken met het ontstaan van de kleur van sinaasappels.

We weten dat het netvlies van het oog z.g. staafjes en 3 soorten kegeltjes bevat, dit zijn lichtgevoelige cellen die een signaal aan het brein doorgeven als ze opvallend licht absorberen. Licht is elektromagnetische energie; het voor ons zichtbare licht omvat golflengtes tussen ca. 400 en 700 nm (1 nm is een miljardste milimeter).

Staafjes zijn gevoelig voor dit hele golflengtebereik maar de 3 soorten kegeltjes zijn ieder maximaal gevoelig voor kortere, middelmatige of langere golflengtes en het brein interpreteert de signalen van die kegeltjes als respectievelijk blauw, groen en rood licht; dit zijn de 3 primaire kleuren.

Door combinaties van licht met verschillende golflengtes kunnen wij een groot aantal kleuren onderscheiden waaronder die van een sinaasappel.

 Voor smaak hebben wij cellen op de tong die signalen aan het brein doorgeven die geïnterpreteerd worden als zoet, zuur, zout en bitter; ook hier kunnen wij door combinatie een rijkdom aan smaken onderscheiden en ook die van chocolade.

Kortom, het is geen wonder dat we in het brein geen kleuren en smaken vinden, we vinden alleen maar signalen die wij als zodanig interpreteren.

Ons lichaam zit boordevol met allerlei sensoren die het brein met signalen bestoken. Van de meeste daarvan zijn we ons niet bewust. Net als kleur en smaak is de geest dan ook niets anders dan de interpretatie van het brein van die signalen waarvan we ons wel bewust zijn.

Ook hier zou het duidelijk moeten zijn waarom we geen geest in het brein zien zitten.
 De draai die Gabriel aan de interpretatie van Swaab geeft toont alleen maar aan dat hij meent dat kleur, smaak en geest als zodanig in het brein aangetroffen zouden moeten worden als materialisten gelijk zouden hebben en omdat dit niet zo is gelooft hij blijkbaar dat Swaab ernaast zit.

Het brein kent echter uitsluitend moleculaire structuren waaraan het de betekenis hecht die deze hadden toen die gevormd werden. De registratie die het gevolg was van de absorbtie van rood licht heeft dan de betekenis van rood licht gekregen, precies zo als het gedrukte of uitgesproken woord 'rood' zijn betekenis heeft gekregen. 
 Gabriel zou eens beter naar Magrittes Pijp moeten kijken.