Modaal-epistemologisch argument voor het bestaan van God

Dialoog met AI Grok op 4 februari 2025

Ik:
Ken je het modaal-epistemologisch argument voor het bestaan van God van Dr. Ir. Emanuel Rutten?

Grok:
Ja, ik ken het modaal-epistemologisch argument voor het bestaan van God van Dr. Ir. Emanuel Rutten. Dit argument is een van zijn bijdragen aan de filosofische discussie over het bestaan van God en maakt gebruik van zowel modale logica als epistemologische overwegingen. Hier is een korte samenvatting van het argument:

Het Modaal-Epistemologisch Argument

    Premisse 1: Voor alle proposities p, als p noodzakelijk onkenbaar is, dan is p noodzakelijk onwaar.
        Dit stelt dat als iets onmogelijk te weten is, het ook onmogelijk waar kan zijn.
    Premisse 2: De propositie "God bestaat niet" is noodzakelijk onkenbaar.
        Rutten stelt dat het onmogelijk is om te weten dat God niet bestaat omdat er geen manier is om deze negatie te verifiëren in alle mogelijke werelden.
    Conclusie: Daarom is "God bestaat niet" noodzakelijk onwaar, en dus, "God bestaat" is noodzakelijk waar.


Uitleg

    Modale Logica: Rutten maakt gebruik van de concepten van mogelijke werelden uit de modale logica, waar iets noodzakelijk waar is als het in alle mogelijke werelden waar is, en onmogelijk als het in geen enkele mogelijke wereld waar is.
    Epistemologie: Hij combineert dit met een epistemologische overweging dat onkenbaarheid gelinkt is aan onwaarheid, wat een interessante en controversiële stap is.


Dit argument is besproken in verschillende publicaties en lezingen door Rutten, en het heeft zowel lof als kritiek ontvangen. Kritiek richt zich vaak op de premisses, met name op de aannames over wat wel of niet kenbaar is. Rutten heeft in reactie op deze kritiek ook verschillende verduidelijkingen en verdedigingen van zijn argument gegeven.

Dit argument is onderdeel van een bredere discussie binnen de analytische filosofie over de rationaliteit van geloof in God en verschillende vormen van godsbewijzen.

Ik:
Iets wat waar is kan ook onkenbaar zijn. Een irrationaal getal zoals de verhouding tussen omtrek en diameter van een cirkel is waar maar het is ook onkenbaar vanwege z.g. "computational irreducibility" (Stephen Wolfram). Dat lijkt fataal te zijn voor Ruttens' argument.

Grok: Je brengt een interessant en relevant punt naar voren met betrekking tot het argument van Emanuel Rutten. Het concept dat iets waar kan zijn maar toch onkenbaar, zoals bij irrationale getallen zoals π (pi), lijkt inderdaad een uitdaging te vormen voor de premisse van Rutten dat als iets noodzakelijk onkenbaar is, het noodzakelijk onwaar moet zijn.

Hier zijn enkele punten om deze kritiek te bespreken:

    Onkenbaarheid en Waarheid:
        Je noemt pi als een voorbeeld waar de waarheid van een getal niet betekent dat het kenbaar is in een eindige vorm. Dit is een goed voorbeeld van hoe waarheid en kenbaarheid niet altijd hand in hand gaan.
    Computational Irreducibility:
        Stephen Wolfram's concept van computationele onherleidbaarheid suggereert dat sommige processen of uitkomsten niet kunnen worden vereenvoudigd of voorspeld zonder het proces stap voor stap uit te voeren. Dit kan inderdaad betekenen dat bepaalde waarheden onkenbaar zijn in een praktische zin.
    Implicaties voor Ruttens Argument:
        De kritiek hier is dat Rutten's premisse dat "als iets noodzakelijk onkenbaar is, het noodzakelijk onwaar moet zijn" niet altijd opgaat. Er zijn waarheden die, vanwege hun aard, niet kenbaar kunnen zijn, maar toch waar.
    Verdediging of aanpassing van het Argument:
        Rutten zou kunnen reageren door te onderscheiden tussen verschillende vormen van kenbaarheid. Misschien zou hij argumenteren dat de onkenbaarheid van pi of andere irrationale getallen een andere soort onkenbaarheid is dan de epistemologische onkenbaarheid die hij bedoelt in zijn argument. Of hij zou kunnen erkennen dat zijn premisse een sterkere verdediging of aanpassing vereist om te gaan met dergelijke tegenvoorbeelden.
    Filosofische Discussie:
        Dit leidt tot een breder debat over de aard van kennis, waarheid, en hoe we deze concepten definiëren in de context van filosofische argumenten. Het toont aan dat filosofische argumenten vaak complex zijn en meerdere lagen van nuance en interpretatie vereisen.


De kritiek die je aanvoert is zeker een uitdaging voor Ruttens argument zoals het staat. Het zou vereisen dat Rutten of zijn verdedigers deze tegenwerpingen in overweging nemen en mogelijk het argument aanpassen of verduidelijken om deze problemen aan te pakken.

Tot zover mijn dialoog met Grok.